Professor Hilde Heynen 49 houdt zich aan de KU Leuven al decennialang bezig met gender en architectuur. In haar essay ‘The Gender of Genius’ schrijft ze: “The gradual disappearance of women during the long march towards the top is in part explained by our romantic notion of the architect as artist and genius. As Naomi Stead has noticed, the figure of Ayn Rand’s Howard Roark in The Fountainhead, the ‘arrogant and virile hero architect, casts a long shadow over any discussion of authorship in the discipline’, infusing it with a mystique heralding the creativity of the individual artist-designer. [...]

The mystique implicitly assumes that this person is male rather than female. The entanglement of the architect’s role with masculinity seems to be enduring and difficult to turn around. This mystique is again and again reinforced in the mediation of architecture towards a general public, and towards its own students and practitioners.” 50

Het beeld van de architect is nog steeds sterk ingegeven door dat van de modernistische architectuurhelden. Dat is waar Karin Hartmann 51 naar verwijst met de boektitel Black Turtleneck, Round Glasses. 52 Ze haalt een onderzoek van een sociologe aan die beschrijft hoe architectuur ook het privéleven binnensijpelt en de ‘goede smaak’ bepaalt van hoe architecten zich kleden, hoe ze wonen en hoe ze hun vrije tijd besteden. 53 “Ik werd op mijn werkplek gevraagd welke architectuurprojecten ik in mijn vakantie bezocht had. Dat voelde echt als een beoordeling”, vertelde een van de deelnemers bij PAF. 54

Hélène Frichot 55 heeft het over de werkcultuur als een vesting waarin het belangrijk is dat je ‘kunt door- gaan voor’ een architect: “No doubt many who have ventured into the walled city of architecture have discovered, sooner or later, that they have something to complain about in terms of why they have not been able to ‘pass’ as an architect, or why they have been obliged to exit or escape, even once they have achieved their qualifications.” 56

De codes en normen zijn ingebakken in onze sector en werkcultuur. Denk aan het beeld van de altijd aanwezige architect die zichzelf volledig kan wijden aan zijn roeping.

Daaraan hangt het idee vast van een vak dat je enkel voltijds kan uitoefenen. “Architectuur wordt gezien als roeping, meer dan als beroep. Ik werd er op mijn stageplek op veroordeeld dat ik niet genoeg ‘honger’ zou hebben”, deelde iemand bij PAF. 57 Als je als jong persoon, zeker als vrouw, de sector betreedt, kom je die narratieven tegen, zie je nog vaak die voorbeelden, en krijg je al snel de indruk dat het moeilijk zal zijn om dit werk met je privéleven te combineren.


No doubt many who have ventured into the walled city of architecture have discovered, sooner or later, that they have something to complain about in terms of why they have not been able to ‘pass’ as an architect, or why they have been obliged to exit or escape, even once they have achieved their qualifications.
— Hélène Frichot
  • 49. Hilde Heynen is professor architectuurgeschiedenis, architectuurtheorie en kritiek aan de KU Leuven. Ze doet onderzoek naar modernisme, moderniteit en gender in architectuur.

    50. Hilde Heynen, 'The Gender of Genius', in: Architectural Review (2020, iss. 1469), p. 8-13

    51. Karin Hartmann is een Duitse architect. Ze onderzoekt, schrijft en spreekt over bouwcultuur en intersectioneel feminisme.

    52. Karin Hartmann, Black Turtleneck, Round Glasses (2022). De Duitse titel is Schwarzer Rolli,Hornbrille.

    53. Hartmann haalt hier de Zwitserse studie 'Zur Untervertretung von Frauen im Architeturberuf' uit 2004 aan van Christina Schumacher, geciteerd in Hartmann (2022), p. 49

    54. PAF gespreksavond, 2 maart 2023

    55. Hélène Frichot is professor in de architectuur en filosofie aan de Universiteit van Melbourne. Eerder was ze professor critical studies en gendertheorie aan de architectuurfaculteit in Stockholm.

    56. Hélène Frichot, How to Make Yourself a Feminist Design Power Tool (2016), p. 11

    57. PAF gespreksavond, 2 maart 2023