In de architectuursector concurreren we met elkaar. Niet enkel om opdrachten binnen te halen, maar ook door prijzen uit te reiken voor de beste architect of het beste gebouw en door te ijveren voor publicatie(s) in vakmedia. “Rivaliteit bestaat overal, maar geen enkele andere beroepsgroep (met uitzondering van de politici) voert een debat over het eigen werk. Alleen architecten doen mee aan prijsvragen, maken ontwerpen en maquettes, publiceren artikelen en voeren debatten in de hoop of in de verwachting dat hun werk zal worden uitverkoren. Alleen architecten gaan met het oog op acquisitie een openbare concurrentiestrijd met elkaar aan en laten zich tegen elkaar opzetten,” schrijft Eric Bolle. 30

Het is een werkcultuur die we ons al tijdens onze opleiding eigen maken. Tijdens de PAF gespreksavonden deelden mensen hun ervaringen: “De jury-cultuur in de opleiding werkt de competitiecultuur in de hand. Toen ik studeerde, werden studenten de grond ingeboord. Je moest een ‘olifantenvel’ kweken door je project met hand en tand te verdedigen, in plaats van een educatieve conversatie over architectuur te kunnen hebben. Je moest je constant bewijzen.” Een deelnemer analyseerde: “De competitie leidt tot een ‘survival of the fittest’ op de werkvloer en maakt de work-life-balans onmogelijk. Dit zie ik als een belangrijke oorzaak voor uitval.” Een ander voegde toe: “Het podium lonkt: zichtbaarheid naar de buitenwereld krijgt soms prioriteit over kwaliteit.” 31

Lara Schrijver 32 stelt de vraag “waarom rivaliteit wordt gezien als een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van architectonische kwaliteit.” Ze zegt hierover: “Het lijkt erop dat we ons al geruime tijd richten op een structuur van macht en schaarste: op de binaire structuur waarbinnen de één moet winnen en de ander dus moet verliezen.” 33 Een van de deelnemers bij PAF opperde al: “We zouden baat hebben bij een omgeving die uitnodigt tot creativiteit, waarbij er minder angst is voor beoordeling. Meer openheid, ‘loving kindness’ en luisteren.” 34

Schrijver zoekt lessen bij bell hooks 35 en de waarden die voortkomen uit haar principe van een ‘ethiek van de liefde’: “De notie van een ethiek van de liefde veronderstelt op zich een andere benadering; ze gaat uit van ruimhartigheid als hoofdkenmerk. Volgens deze benadering is er niet langer sprake van een nulsomspel, waarbij één partij moet winnen of verliezen (domineren of gedomineerd worden), maar wordt het een kwestie van ruimte geven aan verschillende perspectieven en proberen de positie van de ander te begrijpen.” 36


“We zouden baat hebben bij een omgeving die uitnodigt tot creativiteit, waarbij er minder angst is voor beoordeling. Meer openheid, ‘loving kindness’ en luisteren.”
— PAF gespreksavond, 2 maart 2023
  • 30. Eric Bolle is filosoof en auteur. Eerder was hij directeur van de Academie voor Architectuur & Stedenbouw in Tilburg en hoofd Ruimtelijke Ordening bij de Provincie Noord-Brabant. Eric Bolle, 'Romantiek en Rivaliteit: de architect als zondebok' in: Archis (2000, nr.4), p. 65-69

    31. PAF gespreksavond, 2 maart 2023

    32. Lara Schrijver is professor architectuurtheorie aan de Universiteit Antwerpen. Ze maakt deel uit van de klankbordgroep van PAF.

    33. Lara Schrijver, 'Van rivaliteit naar ruimhartigheid. Feministische notities voor de architectuur.' In: Vrouwen in Architectuur (2023), p.162. We lazen dit artikel voor de PAF Boekenclub in januari 2024.

    34. PAF gespreksavond, 2 maart 2023

    35. bell hooks is het pseudoniem van Gloria Jean Watkins (1952- 2021). Ze was een Amerikaans schrijver, professor en activist, bekend door haar werk over ras, kapitalisme en gender.

    36. Schrijver, Van rivaliteit naar ruimhartigheid (2023), p.173